De thema’s van de Synode
Op de synode speelden vooral twee thema’s een belangrijke
rol:
- De predestinatie
- De verhouding tussen kerk en staat.
Het grote probleem voor een theaterproductie
Wat is het grote probleem? Een theatraal drama te maken rond een
probleem waarover in louter theoretische bewoordingen gesproken
werd, op abstract niveau. De ‘leer’ moest correct onder
woorden gebracht worden. Dat gebeurde met allerlei theologische
spitsvondigheden. Hoe maak je vanuit deze theoretische invalspoort
een theaterproductie? Dat is de grote moeilijkheid.
Waarover ging het in de discussie?
Het ging over de relatie tussen Gods ondoorgrondelijk wijsheid en
het leven van de mens. Daarover werd op twee verschillende manieren
gedacht:
- Arminius en de remonstranten zeiden, dat God in zijn ondoorgrondelijke
wijsheid van tevoren ‘voorzien’ heeft, of iemand
tijdens zijn leven zou geloven ja of nee. Op grond van dit voorzien
(Gods voorzienigheid) heeft God mensen gepredestineerd tot heil
of onheil.
- Gomarus en de contra-remonstranten hadden groot bezwaar tegen
deze opvatting. Als God op grond van zijn voorzienigheid beslist
hoe het mens zal gaan, maakt Hij zich afhankelijk van hoe een
mens zich gedraagt. God verliest daardoor zijn vrijheid. Dat
is onaanvaardbaar. God beslist vanuit zijn eigen onafhankelijke
soevereiniteit.
De remonstranten horen tot het meer liberale volksdeel
en de contra-remonstranten tot het meer conservatieve.
Zowel Arminius als Gomarus waren in Geneve opgeleid,
Arminius bij Calvijn en Gomarus bij Beza; zij hadden dezelfde theologische
vorming gehad en spraken dezelfde taal. (Arminius was een aantal
jaren voor de synode overleden.)
De remonstranten zeiden: als er geen liefde mee
speelt in het gedrag, heeft de harde leer van de predestinatie geen
zin. De contra-remonstranten begonnen steeds bij de ondoorgrondelijkheid
van God en de geloofsvragen die dat opriep; ook zij vonden de liefde
belangrijk, maar ondergeschikt aan het geloof in Gods ondoorgrondelijke
wijsheid.
In feite heeft men het over vragen omtrent de relatie tussen God
en mens die ‘boven de boomgrens van ons voorstellingsvermogen’
uitgaan.
De discussies tijdens de Synode
Tijdens de synode was in feite alleen sprake van een discussie tussen
contra-remonstranten onderling. De remonstranten waren immers na
het “Ite, ite” van Bogerman vertrokken. Iedere deelnemer
aan de discussie las voor wat hij voorbereid had.
Vertaling naar het gewone leven
Een paar suggesties om het theologische probleem van de synode te
vertalen naar het dagelijkse leven. Bedenk daarbij, dat zowel remonstranten
als contra-remonstranten geloofden in de predestinatie en de ondoorgrondelijke
wijsheid van God. Bedenk ook, dat men vol angsten leefde over hoe
het na de dood zou gaan.
Om zekerheid te verkrijgen over zijn toekomstige
heil na de dood zei men bij voorbeeld: “Uit het feit, dat
ik geloof, leid ik af dat God mij verkoren heeft; anders zou ik
immers niet geloven.” Of: “Dat ik een arme een gave
geef, is er een aanwijzing voor, dat ik uitverkoren ben; anders
zou ik immers niet geven”.. Men zocht dus naar sporen en aanwijzingen
of men door God uitverkoren was.
Op deze wijze zocht men steun; in ultra rechtse
kringen van het calvinisme gebeurt dit nog steeds zo.
Bieden dit soort vertalingen naar het gewone leven mogelijkheden
voor een toneelproductie?
Nog een idee
Je zou je ook een scène kunnen voorstellen waarin een pastoraal
of existentieel probleem speelt rond uitverkiezing. Bij voorbeeld
een botsing tussen een theoloog die aan de synode deelneemt en iemand
die met de existentiële vraag zit of hij/zij uitverkoren is.
Overige ideeën
Lees de Acta van de synode door en zoek naar zittingen van de synode
waarin dramatische vragen aan de orde komen. Zoek uit waar het in
de discussies over ging, zoek ook het belang van die discussies
op en probeer dan te actualiseren naar een theaterbewerking toe.
Principieel ging het over de vraag van de onafhankelijkheid/vrijheid/soevereiniteit
van God en diens niet na te speuren weg met ons bestaan en over
de vraag naar de vrijheid van de mens. (Moderne vraag: is een autonoom
mens vrij zonder God?)
Het tweede thema: de verhouding tussen
kerk en staat
De calvinisten uit het kamp van de contra-remonstranten begonnen
bij God: Hij regeert; dat doet Hij via de predikanten; de staat
heeft naar hen te luisteren. Bovendien is de kerk baas op haar eigen
terrein; de staat heeft daar niets te zeggen.
De calvinisten uit het kamp van de remonstranten zeiden ook, dat
God regeert; dat doet Hij niet alleen via de kerk, maar ook via
de staat. Wanneer in de kerk iemand beweert, dat men geen geweer
mag dragen of een overheidsambt mag bekleden (zoals de doopsgezinden
deden), dan heeft de staat het recht om in te grijpen.
Hoe actueel dit probleem is, blijkt uit de huidige discussie over
de vraag of de staat mag ingrijpen in moskeeën.
Sietze Lefeber
Bibliografie
Fred van Lieburg De Dordtse Synode 1618-1619. Uitgeverij De Stroombaan,
Papendrecht
W. van’t Spijker - C.C. de Bruin – H. Florijn –A.
Moerkerken – H. Natzijl De Synode van Dordrecht in 1618 en 1619.
Uitgeverij Den Hertog B.V.- Houten
Jonhatan I.Israel De Republiek 1477-1806 Uitgever Van Wijnen-Franeker
Staten Generael Vereenichden Nederlandts Acta ofte Handelinghen des
Nationalen Synodi
terug naar producties
|