Ik, mijn Rozentuin
Amsterdam, 3 oktober 2004. Nadat we onze auto geparkeerd
hadden zijn wij richting het Frascati Theater gegaan (intussen een
half stokbroodje met brie nemend), dit is niet echt een theater
maar een ruimte met receptie en bar - ondanks het feit dat één
van de beroemde theaters in Nederland is. Dit is de plek waar “Ik,
mijn Rozentuin” zich zal gaan afspelen.
Om 16.00 begint het stuk en we nemen vol verwachting
plaats in het zaaltje. Er zijn vier vrouwen namelijk, een wijze
koopvrouw genaamd Kaia, het jonge naïeve meisje Aisha, de geëmancipeerde
Malika en de geest van de overleden Amina. Zij wisselen elkaar steeds
af en vertellen over hun ervaringen met de liefde en over wat ze
willen of gewild zouden hebben.
Aisha gaat de volgende dag trouwen. Haar neef Imran
zal haar man worden, zij heeft hem nog nooit gezien, maar wel veel
brieven aan hem geschreven. Aisha fantaseert over een huis met een
mooie rozentuin met haar eigen plekje. Dan komt de koopvrouw, Kaia,
het toneel op en stelt vragen aan Aisha over haar toekomstige echtgenoot.
Aisha kan deze vragen niet beantwoorden, omdat ze Imran nog niet
kent, nog nooit gezien heeft. Kaia vertelt over haar ervaringen
met mannen, zij had veel knappe mannen gehad, allemaal waren ze
mooi en wijs, net als zij.
Tussendoor worden stukken uit de koran en de Hadith
voorgedragen.
De verbitterde geest van de overleden Amina probeert
Aisha terug te brengen naar de realiteit, met het verhaal van haar
in de soep gelopen huwelijk. Amina zit onder de blauwe plekken en
schrammen. Dit huwelijk was niet zoals hier zacht gezegd in de soep
gelopen, maar totaal uit de hand gelopen; nadat ze getrouwd was,
en dacht vrij te zijn en niet alles te hoeven doen, trok de oom
van haar man bij hen in. Die oom vertelde Amina´s man dat
hij haar in toom moest kunnen houden en dat zij alles in het huishouden
moest doen, omdat hij anders niet de eer van de familie kan behouden.
Zij mocht vooral niet emanciperen. Dat was ondenkbaar! Maar Amina
wilde zeker wel emanciperen, en ging haaks in op de bevelen van
haar man. Haar man begon haar te mishandelen, de hele straat wist
het, maar iedereen hield zijn mond, ook getuigde er niemand toen
zij naar de politie stapte met het verhaal van haar mishandeling.
Na dit incident besloot zij weg te lopen, maar keerde ook weer terug,
omdat dat zo hoorde. Haar man was opgefokt door zijn oom en heeft
haar in die toestand gemarteld tot ze overleed, waarna hij haar
onwaardig begroef. Iedereen leek haar vergeten te zijn.
Malika is een slimme geëmancipeerde jonge
meid, die niks moet hebben van bevelende mannen. Ze wil haar studie
afmaken en advocaat/rechter worden, om daarnaast te gaan samenwonen
met een slimme gozer, die haar hetzelfde gunt als zichzelf. Zij
waarschuwt Aisha niet direct voor haar huwelijk met Imran, maar
zegt wel dat ze zelf geen bevelende man zou willen trouwen.
Kaia dient op het eerste gezicht alleen maar voor de sfeer en de
humor in de zaal, alleen wanneer je beter oplet zie je dat zij de
wortels van het probleem ziet.
Amina probeert Aisha telkens te redden door Aisha in haar eigen
rozentuin te verdrinken, bij iedere scène met beide personages
probeert ze het opnieuw en op het eind duwt ze door en is Aisha
in haar gefantaseerde rozentuin verdronken.
Na afloop van het toneelstuk kregen wij muntthee
en een vragenformulier met vragen over hoe wij het stuk vonden en
of wij dingen hiervan in onze dagelijkse leefomgeving herkenden.
De moraal van het verhaal komt duidelijk naar boven
en het verhaal wordt vlot gespeeld zonder dat het onduidelijk wordt
of dat er haast achter zit. De verhalen op zich zijn vreselijk maar
de manier waarop de verhalen gebracht worden is subliem en humoristisch
tegelijkertijd.
Tekst: Birgitta Hacham
Spel: Samya Boualam en Birgitta Hacham
Regie: Patrizia Filia
Opdracht: Amsterdams Centrum Buitenlanders
Productie: Arpeggio
Foto: Jean van Lingen
|