Opening Manifestatie De Hel / Kunstkerk 8 april 2007

door Ton Delemarre
 

Reeds jaren heb ik mij verslingerd
Aan Dante en zijn Goddelijk werk
Ik kocht ooit zwaar beduimeld, zwartbevingerde
De prozatekst van Boeke, niet zo sterk
Later ook Kops de metrische vertaling
(die is ook Juke Hudigs uitgangspunt)
Ik kocht een Duitse tekst, een Italiaanse,
en heb mij ook de rijmende vergund
van Ike Cialona/Peter Verstegen
in goudcassette met gravures van Doré

En kwam Led Brand tot mijn verbazing tegen
die nam een fragment als collage mee
in zijn ’Mignon’, het hangt boven mijn bedje

Op het nachtkastje het boek en elke avond
Lees ik een canto; we zijn nu met de
Louteringsberg: haast in de Hemel, verslavend
Is dit lezen voor mijn Beatrice: Ada

Hier stop ik met mijn poging Dante te imiteren (of liever Cialona en Verstegen want die hebben de vrijheid genomen afwisselend 10 en 11 lettergrepen, afwisselend slepend en staand (vrouwelijk en mannelijk rijm) te gebruiken terwijl Dante het hele gedicht in elfvoeters (terzine = 3 regels 3 x 11 = 33) heeft gecomponeerd, maar het Italiaans biedt daar meer ruimte voor).
Ik stop niet zozeer vanwege het probleem van de passende voeten en het vinden van rijmwoorden voor de terzia rima (ik had al verder:

We staan voor een gebergte machtig rijzend,
Een spel van 3 en 33 in totaal
Honderd canto’s als symbool verwijzend
Naar de Drie-eenheid Goddelijke schaal)

Maar omdat ik vreesde dat net als bij alle Dante uitgaven een tweede dik deel nodig zou zijn om alle verwijzingen te verklaren.
Ik weet nu niet of u begrepen heeft dat boven mijn bed een schilderij van Led Brand hangt waarop een detail van een gravure van Doré is ingelast. Ik kom daar nog op terug. En dat Dante een spel speelt met de 3. Er zijn drie delen: Hel, Louteringsberg en Hemel. De hel heeft 9 trappen (met 9 soorten zondaren), de Louteringsberg 9 terrassen en de hemel ook 9 sferen (die weer corresponderen met 9 koren engelen) en elk deel van het gedicht telt 33 Canto’s totaal 99 plus één proloog is 100.

Het getal 7, ook een volmaakt getal, komen we ook regelmatig tegen. De reis van Dante duurt precies 7 dagen. Hij begint op in de nacht van Witte Donderdag 7 april en de morgen van Goede Vrijdag 8 april 1300 en eindigt 14 april. Dat is dus nu 707 jaar geleden.
Patrizia Filia had geen mooier datum kunnen uitzoeken. Het is nu 8 april en Pasen, de dag dat Christus volgens de geloofsbelijdenis TER HELLE daalt. (Het scheelt dus maar 2 dagen. Het zal nog even duren voor we deze synchroniteit van de paasweek weer tegen zouden komen (volgend jaar valt Pasen op 23 maart, pas in 2039 valt Pasen op 10 april en zouden we dus precies gelijk uitkomen).

Terug naar ons hooggebergte: De Goddelijke Komedie is de Mount Everest van de Westerse beschaving. Er zijn bibliotheken vol geschreven over dit gigantisch werk. Bij Google kreeg ik op Dante 300miljoen 300 honderdduizend hits (dat wel in 0,06 seconden. Dante zal in de hemel goedkeurend knikken bij die cijfermagie)
Het is veel meer dan een stuk poëzie. Het is een encyclopedie. Heel de stand van de wetenschap en de kunsten rond 1300. Op elke pagina (je kan haast zeggen bijna in elk vers) vind je verwijzingen naar de klassieken, naar de bijbel, naar schrijvers, naar het domein van filosofie, biologie, astronomie en astrologie. En uiteraard Theologie (De Summa van Thomas van Aquino is in 1300 net 25 jaar oud). Giotto was een klasgenoot. Waanzinnig rijk (vandaar ook al die dikke verklarende compendia).

De verwijzingen beginnen al meteen al in de 1e beroemde regel. In het midden van ons levenspad gekomen kwam ik bij zinnen in een donker woud. Daar hoor je de boeteprocessie door de straten van Florence gaan met de middeleeuwse hymne: Media in vita in morte sumus.

Dante gebruikt zijn verhaal ook als een schets van de geschiedenis en als een persoonlijke afrekening met tijdgenoten. Grote zowel als kleine die hij in de hel en het vagevuur tegen komt. Als je de tijdbalk van 1300 uittekent is het een wirwar van veldslagen, omwentelingen, legers die Italië doorkruisen. Pausen, de koningen van Napels en Sicilië, buitenlandse vorsten. De strijd van de Wulfen en Gibbhelijnen, de witten en de zwarten in zijn vaderstad. Dante die bij verstek ter dood veroordeeld wordt en zijn leven lang balling is moet blijven. Zijn graf is in Ravenna.

Zijn politieke commentaren steken in de Commedia. Zijn geloof, zijn zedenleer, en natuurlijk ook zijn gesublimeerde liefde voor het meisje (voor hem de vrouwe) Beatrice dat hij in Vita Nuova al bezongen had. Ik ga daar nu aan voorbij. Over de liefde tot Beatrice kun je nog 999 boeken schrijven. Die liefde is subliem omdat ze een metafoor is voor de Liefde tout court, de goddelijk liefde. De Divina is een loflied op de Liefde.

Het is de liefde die het heelal beweegt. Dat is de slotconclusie van dit magnum opus. L’amor che muove il sole en l’altre stelle.

De Commedia is dus een leerdicht, dat de klassieken naar de kroon wil steken (met name de Aeneis van zijn leidsman Vergilius) maar het is ook een ongelofelijk stuk poëzie. Het is een poëtische sudoku, een soort magisch vierkant met zijn heksentoeren van al die rijmende elfvoetige verzen in de terzia rima. Dat patroon van ABA BCB CDC EDE etc. doet mij denken aan zo’n rondedans waarin de partners slingergewijs wisselen. Dante houdt dat tot het zoete eind vol zonder dat het een dreun wordt.

De Commedia is een wikipedia. De Commedia is een soort hogere verskunde. Het is daarom heidens moeilijk daar een Nederlands equivalent voor te vinden. De eerste Nederlandse vertaling was van Abraham Kok (1863). Na Koks vertaling verschenen nog een twaalftal andere complete Nederlandse vertalingen. De vertalers: een dominee, drie priesters, drie letterkundigen, een advocaat, een leraar, een rentenierende edelman en ook twee vrouwen, waarvan het beroep niet bekend is: een dwarsdoorsnee van de republiek der letteren. De 13e was de franciscaan Christinus Kops (1930). In 1999 verscheen een vertaling van de Hel door Jacques Janssen, docent cultuur- en godsdienstpsychologie aan de Universiteit van Nijmegen. Die tekst wordt door Patrizia Filia bij haar Lectura Dantis gebruikt. In 2000 bij Polak en van Gennip de gouden versie Ike Cialona/Verstegen. Jacques Janssen hoopt na zijn pensionering de Louteringsberg en het Paradijs te voltooien.

De Commedia is ook baanbrekend als taal. Dante breekt met het Latijn en creëert het literaire Italiaans. (Bij ons doen Hooft en Vondel dat 3 eeuwen later)
Maar naast en boven dat alles is de Commedia na 7 eeuwen nog steeds een meeslepend en ontroerend gedicht. Ik kom daar op terug

Eerst naar Juke Hudig en de afbeeldingen.
Dante tekende niet onverdienstelijk maar het oorspronkelijke handschrift heeft hij niet verlucht. Maar er zijn heel snel illustraties gemaakt, eerst in de vorm van miniaturen, letterilluminaties, (Giovanni di Paola bijv.) maar als spoedig ook als echte illustraties. Boticelli bijv. met op de vleeszijde van het perkament groot de Hel en de Satan bijv. op de haarzijde de tekst). Op de koepel van de Dom van Florence vindt u de hel door Zuccari. Bruggenaar Jan van der Straet (Stradano) in diezelfde tijd (16e eeuw). En er zijn honderden illustratoren waaronder Flaxman, Füssli, William Blake. En natuurlijk Gustave Doré. Ik noem Delacroix, in de tegenwoordige tijd Dali, Rauschenberg, Tom Philips.

Juke Hudig plaatst zich in de traditie. Wat moet ik van Joke Hudig vertellen? Geboren 19 april 1945 in Maarsbergen (nog 11 dagen). Academie in Arnhem en Amsterdam. Vele reizen vele tentoonstellingen. Leest en tekent de Hel in 1998 Louteringsberg en Paradijs.
Zij gebruikt die razend moeilijke pasteltechniek en kan er mee toveren (zie op haar website ook de tuinen en de posters).
Haar pastels bestrijken het hele spectrum van figuratief tot abstract, van fel gekleurd tot bijna monochroom. Het is van een ongekende precisie en een helderheid Het vlak loopt nergens dicht.
Het is jammer, zegt Juke Hudig, dat we hier alleen de Hel konden hangen want de Commedia heet Divina omdat de reis door het Vagevuur naar het Paradijs leidt. En je voelt dat zij zich volkomen heeft ingeleefd in het onderwerp. Zij heeft de Hel doorleefd.
Zelf zegt ze daarover (in dat mooie boek van de Wereldbibliotheek):
“De hel met zijn poorten en rivieren, zijn monsters en demonen, zij deden mij denken aan vroeger toen ik geplaagd werd door nachtmerries en angsten.”
Op het moment dat zij zich door de Hel heen had geworsteld vond zij in de erfenis van haar moeder een tekeningetje dat zij als 7 jarig kind waarschijnlijk op de Zondagsschool gemaakt had.
Ga weg Duifel (met een f) roept Jezus in de woestijn tegen een beteuterd wegsluipende duivel. “Het trof mij als een donderslag”.
Haar pastels bezweren en stellen tegenwoordig. Het beste is de confrontatie aan te gaan stuk voor stuk de afbeeldingen in je op te nemen. Ga er maar voor staan.

Tot slot kijk ik naar de scène, die we ook vinden bij onze eigen Ary Scheffer, evenals Ingres en Rodin, met het beroemde beeld van de kus (maakt meer dan alleen de poort van de hel). Hij liet zich inspireren door een van de meest ontroerende passages, uit canto 5 van het Inferno. De liefdesgeschiedenis van Paolo en Francesca.

In de tweede hellekring waar schuldigen aan Ontucht verblijven ziet Dante een stroom van zielen die daar rond wervelen. Dat beeld nam Led Brand van Doré vers 40- 51

‘Zoals wanneer het najaar is geweest
Spreeuwen in zwermen op hun wieken zweven
Zo wordt hier door de stormwind elke geest

Omhoog omlaag en in het rond gedreven;
Hun is geen greintje hoop naar ik begreep
op rust; of zelfs maar minder pijn gegeven

Als kraanvogels die in een lange streep
Hun klaaglied zingend, door het luchtruim jagen
Zo zag ik voortgejaagd als door een zweep
De schimmen zweven op de wind gedragen
‘Vertel mij meester’, zei ik, ‘wie zijn zij
Die zielen door de zwarte storm geslagen?’

Vergilius noemt namen zoals Helena en Paris Dante (vs 73-85)

‘Dichter het liefst zou ik die twee iets vragen’
Zei ik, ‘die, naar elkander toegevlijd
Zo lichtjes op de wind worden gedragen’

Gelijk twee duiven door één wens gevoed
Hun wijde vleugels in de vlucht geheven
Die nader vliegen naar het nest zo zoet
Zag ik hen door de kwade dampen zweven’.

Francesca verklaart hun lot 100-106

Dante begint dan 3 terzinen met een anafoor 3x het zelfde woord:

“Liefde die immer snel de weg vindt naar
een edel hart, wist mijn gezel te winnen
voor ’t schoon, mij nu ontroofd ; nog valt het zwaar.

Liefde die wie bemind wordt doet beminnen
Beving mij zo dat mijn gevoel voor hem
Nog even sterk is als in den beginne

Liefde bestemde ons één requiem…”

‘Maar zeg mij liever hoe het is geschied
Dat jullie door je liefde moesten zwichten
Voor de verlangens die de wet verbiedt?’

Voor dit fragment: de vertaling van Kops. 127-138 u hoort het verschil

We lazen op een dag voor ons genoegen
Van Lanceloot hoe hem de liefde omstrikte
We waren heel alleen en zonder argwaan

De lezing van het boek deed meerdere malen
Ons de ogen opslaan en van kleur veranderen

Maar één plaats was het die ons heeft overwonnen
Want toen wij lazen hoe het begeerde lachje
werd weggekust door zulk een vurig minnaar
bedekte hij, die nooit mij wordt ontnomen,
al bevend mij de mond met zoete kussen.

Een koppelaar was het boek, maar ook zijn dichter
Niet verder hebben wij die dag gelezen.

Niet verder hebben wij te spreken!

DE HEL IS OPEN