Dante Alighieri 1265-1321

door Jacques Janssen
 

Zoals de middeleeuwer zichzelf in het centrum van het universum plaatste, maakte Dante Alighieri zichzelf tot het middelpunt van zijn geschriften en bijna alles wat wij over zijn leven weten, is afgeleid uit zijn werk. Zijn geboortejaar is herleid uit de beginregels van de Divina Commedia, zijn jonge jaren kennen we uit het Vita nova en over zijn ballingschap verhaalt het Convivio. De overwegend autobiografische inslag van de bronnen, geeft een persoonlijk en kleurrijk, maar onbetrouwbaar beeld van Dantes leven. Temeer daar Dante partijdig is bij uitstek: op den duur vormde hij, naar zijn eigen woorden, “een partij op zichzelf”.
Dante is de ‘auctor et actor’ van zijn meesterwerk en noemt de commédia terecht “la mia commedía”, “Mijn komedie”. Ondanks deze nauwe verwevenheid tussen de schrijver en de hoofdpersoon construeert Dante binnen deze duale eenheid een continue spanning die zijn werk omstraalt met een aura van objectiviteit. Al in het tweede canto wil de hoofdpersoon niet verder en dreigt het verhaal voortijdig te eindigen. Wie ben ik, af te dalen in de hel? “Ik ben Aeneas niet, ik ben Paulus niet”, zo voert hij aan met de hem kenmerkende, gespeelde bescheidenheid. Slechts ternauwernood weet de schrijver de hoofdpersoon over te halen te reis te vervolgen. Met een zucht van verlichting kan de lezer de bladzijde omslaan: ‘wordt vervolgd’.

Zonder blikken of blozen, vergelijkt Dante zijn werk met de bijbel. Hij schrijft geen fictieve poëzie maar een gewijd gedicht met een heilsperspectief, een blijde boodschap nieuwe stijl. Een komedie begint in mineur maar in tegenstelling tot de klassieke tragedie die ten hoogste gelijkmoedigheid ten opzichte van het onvermijdelijke lot kan bieden, eindigt de komedie in een ontmoeting met de Allerhoogste. Dantes gedicht is waarlijk heilig, al zal hij het niet wagen het ‘goddelijk’ te noemen. Dat epitheton, dat afstraalt op de maker, reserveert hij voor de Aeneis en de maker van dit epos Vergilius. Boccaccio zal het op Dantes Commedia toepassen en pas sinds de 16e eeuw spreekt men algemeen van de goddelijke komedie.

Dante werd geboren uit een middenklasse milieu in de “grote stad Florence” en gedoopt in “de mooie San Giovanni”. Alhoewel zijn familie bepaald niet rijk was, genoot hij kennelijk een gedegen opleiding. Al heel jong wisselt hij gedichten uit met bevriende dichters en publiceert hij een dichtbundel die hijzelf becommentarieert: La vita nuova. Het gedicht gaat over zijn liefde voor Beatrice Portinari, een meisje dat hij op negenjarige leeftijd ontmoette bij een buurtfeest. De geliefde is onbereikbaar, immers zoals Dante zelf reeds uitgehuwelijkt en later getrouwd, maar Dantes verdriet is er niet minder om als Beatrice op zeer jonge leeftijd overlijdt. In de laatste regels van zijn jeugdwerk zegt de schrijver te hopen eens waardig te zullen zijn over die gezegende vrouw “dingen te zeggen die nog nooit over een vrouw gezegd zijn”. Dat het leven hem die kans zal bieden, zal onwaarschijnlijker blijken dan het achteraf lijkt. Immers, de jonge dichter hangt de lier aan de wilgen en kiest voor de wetenschap. Hij volgt een opleiding bij de Franciscanen van de Santa Croce en bij de Dominicanen van de Santa Maria Novella en studeert ook in Bologna, de alma mater van alle universiteiten. Zijn wetenschappelijke vorming zal in alle volgende werken, ook de poëtische, doorklinken, maar zijn carrière neemt wederom een onverwachte wending.

In 1295 meldt hij zich aan bij het gilde van artsen & apothekers en wordt daarmee verkiesbaar voor politieke ambten. Vanaf datzelfde jaar heeft hij zitting in raden en commissies, en vervult diplomatieke diensten. In het jaar 1300 bereikt hij het hoogste ambt als prior van de vrije stad Florence. Het is op dat hoogtepunt, “nel mezzo del cammin di nostra vita”, dat het dieptepunt van zijn leven zich aankondigt en het noodlot hem een definitieve levensweg wijst. Bij een diplomatieke missie in Rome in 1301 weigert Dante te wijken voor de pauselijke wensen en wordt hij gearresteerd. Karel van Valois trekt met pauselijke zegen zijn vaderstad binnen en Dantes politieke tegenstanders, de zwarten, nemen het roer over. Dante wordt officieel verbannen en een jaar later ter dood veroordeeld. Hij zal Florence nooit meer terugzien. Er geldt voor hem geen pardon.

Dante begint een zwervend bestaan dat hem door noordelijk Italië voerde en naar de mening der Fransen zelfs door Frankrijk. Een vaste woonplaats zou hij niet meer vinden en ook politiek was hij voorgoed op drift. Geen enkele politieke partij kon hem nog behagen. Alleen de komst van een nieuwe roomse keizer, de natuurlijke tegenhanger van de paus, zou het politieke vuur weer doen oplaaien. Maar slechts voor kort, want Frederik VII overlijdt onverwacht en voortijdig. Dante werkt dan al enige tijd aan een indrukwekkend oeuvre. De wetenschap speelt daarin een centrale rol. Zoals hij zijn politieke visie zal funderen met de verhandeling de Monarchia, onderbouwt hij zijn keuze voor de volkstaal als poëtische taal met het geschrift De vulgari eloquentia. Voor de filosofische grondslag ontwerpt hij een groots plan. Maar zoals zijn verhandeling over de taal, blijft ook het filosofische werk Il Convivio, dat hij met zoveel verve onder de invocatie van Aristoteles begint, onvoltooid.

Alle aandacht gaat nu naar een nieuw project dat Komedie heet. Daarin heeft hij zijn definitieve vorm gevonden. In al zijn werken speelde de poëzie een rol en in het Convivio vormt een reeks van gedichten het vertrekpunt voor filosofische bespiegelingen. Nu vouwt hij beide ineen en wordt de poëzie de drager van een encyclopedie. Hij werkte er de rest van zijn leven aan en zwierf over de geitenpaden van Italië, van kasteel naar kasteel, een steeds dikker wordende bundel perkamenten vol kennis en poëzie met zich meevoerend. Hij wil het graag doen voorkomen dat hij vermagerde omwille van zijn gedicht en berooid door het leven ging. In feite verbleef hij steeds in adellijke sferen en voorzag in zijn onderhoud door diplomatieke diensten te verrichten.

Intussen verzamelde hij de stof en de taal voor zijn gedicht. Juist zijn verbanning gaf hem een unieke kijk op de veelkleurige Italiaanse cultuur die hij in zijn gedicht tot een eenheid smeedt. In de negentiende eeuw wordt Dante de Vergilius van het herrijzend Italië die niet op bestelling maar pro deo en met een vooruitziende blik van eeuwen een nationaal epos afleverde van ongekende allure. Maar Dantes diepste drijfveren grijpen hoger en dieper en zijn van meer persoonlijke aard. Het is de liefde voor Beatrice die hem door de hel en het vagevuur voert om haar weer te zien, het is de ongegeneerde behoefte literair wraak te nemen op de Florentijnen met wie hij de geboorte maar niet de zeden deelt zoals hij in brieven schrijft en het is tenslotte de mystieke drang God zelf te mogen aanschouwen.

In 1321 overlijdt Dante nadat hij bij de terugkeer van een diplomatieke missie in Venetië malaria heeft opgelopen. Hij wordt met eer en gelauwerd begraven bij de San Francesco in Ravenna. Zijn gedicht zal de wereld rondgaan en in alle talen vertaald worden, keer op keer en nog steeds, jaar na jaar. De illustraties bij zijn werk vormen een kunstgeschiedenis op zichzelf en nog elke dag komen er nieuwe bij. Hij inspireert, vooral sinds de negentiende eeuw en tot in onze dagen, een eindeloze, wereldwijde reeks van dichters en schrijvers.