Recensies Stille dag in Tanger

Oud en eenzaam monkelend op een ziekbed in Tanger
Uit NRC Handelsblad, 23 mei 2001
Door Noor Hellmann

Decor van Stille dag in TangerBij binnenkomst in de salon van het RO Theater is het of we een gebedsruimte betreden waar een dode is opgebaard. Een monotone mannenstem zingt in het Arabisch een bezwerend lied, als was een gebed. Op twee videoschermen aan weerszijden van de ruimten trekt een Arabische tekst voorbij. Op een witte lakens ligt een roerloze gestalte in kaftan. Als het gezang is gestopt komt hij langzaam tot leven. Het is een Marokkaanse man, oude, ziek en eenzaam, wacht hij op zijn einde. Moedeloos stelt hij echter vast dat de tijd “de tijd verstrijkt met een traagheid die me razend maakt”. De verveling drukt hem teneer, als hij toch eens naar buiten kon! Maar de dokter en zijn vrouw hebben het hem verboden. Iedereen spant tegen hem samen, hij voelt het, maar zo makkelijk zijn ze niet van hem af.
De man is moeizaam van zijn bed gekomen en tikt nu driftig met zijn stok op de grond. Zijn geestkracht is nog ongeschonden en als de opwinding is gezakt, keren zijn gedachten terug naar gelukkiger tijden toen hij jong en charmant was en de vrouwen van hem hielden. Luisterend naar hem voelt de toeschouwer beurtelings compassie en vertedering, maar ook irritatie door zijn teveel aan zelfmedelijden.
Zijn verhaal laat hoe dan ook niet onberoerd. (…) In alle bescheidenheid en soberheid is de monoloog een voorstelling die treft.
Herkenning speelt hierbij een rol: in plaats van Tanger had de situatie ook in Rotterdam kunnen afspelen. De vertoonde videobeelden van de twee steden benadrukken dat.

Stille Dag in Tanger (Yaoum Samit fi Tanya), ontmoeting van culturen
Uit Merwesteyn, 24 oktober 2002
Door Jehanne Hulsman

Decor Stille dag in TangerEen voorstelling in het Marokkaans/Arabisch dat komt je niet vaak tegen. Zo bestond het publiek in de kleine zaal van Schouwburg Kunstmin uit een ontmoeting van Marokkaanse en Nederlandse mensen. In de foyer kon je Hollandse koffie krijgen maar ook Marokkaanse thee. Patrizia Filia vertelt in de inleiding over de opzet van het stuk. Ze wilde dit graag gespeeld hebben door iemand die Marokkaanse was. Verleden jaar is het stuk in het Nederlands vertolkt, maar met grote moeite voor de acteur, omdat hij zijn emoties moeizaam kwijt kon in de voor hem ongemakkelijke taal. De klank en zang van het Marokkaanse/Arabische doen recht aan de inhoud. Bezoekers kregen vooraf de vertaalde tekst in het Nederlands thuisgestuurd.
Mahjoub Benmoussa wist met zijn sobere spel vanaf het doodsbed over de taal heen, zijn publiek te bereiken. Het stuk ging over kwetsbaarheid, over woede en angst in het aangezicht van de dood. Over het herbeleven van je leven. (…)
Na afloop ontstond waar je als theatermaker van mag dromen, een langdurige gedachtewisseling van publiek met elkaar en met de acteur en regisseuse. Over cultuur, over verschil van overeenkomst. Over de dood, die in ons land toch nog steeds een groot taboe vormt. Zo wist deze voorstelling precies te doen waarvoor zij bedoeld was: mensen raken. (…) Mooi en goed toneel met grote diepte en kwetsbaarheid, dat is waar het werkelijk om gaat.

 

Terug naar overzicht producties