Het Eiland op het toneel

 

Het Eiland geeft een indringende blik op de wereld vanuit het gezichtsveld van de Indische Mira en haar moeder Julia. Na de politionele acties in Nederlands-Indië kwam Mira met haar moeder en vader naar Nederland. Na jarenlange een moeizaam contact te hebben gehad stelt Mira haar moeder allerlei vragen over toen en daarna. Julia wil echter niet praten, ze wil liever vergeten. Zij koestert de leegte en de stilte alsof ze haar koffietuin op het eiland van Java nooit heeft verlaten. Mira gaat door met haar vragen. Zij laat haar moeder niet los.Naast Mira en Julia geeft een verteller, die niet anders is dan de verteller van het autobiografische boek, invulling aan vervlogen gebeurtenissen. De voorstelling belicht vanuit een moeder- dochter relatie een belangrijk moment in de Nederlandse geschiedenis, maar gaat ook in op actuele kwesties als emigratie en integratie.

spel Tatiana Radier, Lottie de Bruin, Michael Driebeek van der Ven
tekst en regie Patrizia Filia
vertaling Jehanne Hulsman
lichtontwerp Natasja Giebels
kostuum Thea van Loon
productie de LuiaardVrouwe

acquisitie Ricardo Burgzorg

comité van aanbeveling Esther Captain, Hedy d’Ancona, Adriaan van Dis, Job Lisman,
Willem Nijholt, Lambert Giebels

adviseurs Kim Lie Paliama, Eelco Heijmering, Yvonne van den Berg, Arthur Beem

met dank aan Indisch Platform, Stichting Pelita, Frank van der Berg, Frans Broeseliske, Paulette Smit, Gerard Mosterd, Nel Lekatompessy, Ghislaine Pierrie, Martijn Apituley, Pim Vlug, Roderik de Man, Rob Scholten, Britt Arp, Albert Vijge, Margreet Lefeber Karres, Alessandro Vermeulen, Fenny Vlietstra, Hans Arends, Ima Spanjaard †

Het Eiland is mogelijk gemaakt door Sector Cultuur van de gemeente Dordrecht


Het Eiland – het uitgangspunt

Op een dag in 2002 nodigde een vriend mij uit om de autobiografische roman Insulinde’s dochter van Merapi Obermayer te lezen. Na een aantal gesprekken met hem over theater en mensheid ging hij ervan uit dat de hoofdpersoon en haar levensverhaal voor mij als theatermaker een grote aantrekkingskracht zouden hebben.

Ik begon het te lezen en ik zag het: de leegte, de stilte, de onbeweeglijkheid. De vrouw die schreef: “Ik stond in mijn kamer voor het raam en tuurde naar de zee”. Ik las ook: “Slechts toebehorend aan zichzelf”. Dit zijn de alfa en de omega van het boek. Ik zag haar schrijven, de pijn die het deed, die haar beetpakte, genadeloos. Ik zag het en ik huilde.

Op de cover van het boek staat een foto van een moeder met haar dochtertje. De moeder heeft een doorschijnende, delicate schoonheid. Wij weten niet waar zij naar kijkt met die grote ogen, het enige in haar wat groot is. Die blik die op een muur lijkt. Haar rechterhand rust op een hoge kruk waar haar dochtertje troont. Van haar linkerhand ziet men alleen maar drie vingers die het linkerarmpje van haar kind strelen. Het kind heeft pafferige wangen. Haar ogen kijken in dezelfde richting als die van haar moeder. Zij kijkt nieuwsgierig, vastberaden, met een blik die de wereld doorboort. De moeder heet Julia, haar dochtertje Mira. Een moederschap uit Java.

Ik zag Julia die de leegte, de stilte en de onbeweeglijkheid koesterde om zo dicht mogelijk bij haar koffietuin op het eiland te kunnen blijven, alsof zij die nooit had verlaten. Ik zag Mira de wereld doorreizen om alles achter zich te laten, om te vergeten. Pas veel later zal ze de tuin en het eiland weer terugvinden, om daarover te schrijven. Die afstand tussen moeder en dochter... In mijn verbeelding zag ik twee actrices in een lege ruimte. Ik zag het en besloot: het komt op het toneel. Het op toneel laten komen is mijn liefdesverklaring aan Julia en Mira, het uitgangspunt van mijn artistieke verantwoording.

Het Eiland is een universele menselijke herkenning. Het universele belicht vanuit de Indische wereld. Vanuit een Indische geschiedenis.

Patrizia Filia

 

 

 

 

terug naar home