Den Haag –
Theater aan het Spui, 2 februari (première)
Toen ik het stuk zag, viel ik pats boem weer helemaal terug
in het verleden, alsof het heden er niets toe deed, alsof
ik opnieuw alles van me af moest schudden. Later dacht ik
terug aan Wally, ooit een goede vriend van mij toen ik nog
regelmatig naar New York ging.
Hij was een Sioux Indian. We spraken vaak over de terugreis
naar het verleden. Hij om zijn voorouders te ontmoeten, ik
om dingen te onderzoeken die ongenoemd waren gebleven.
‘Ik probeer dat te doen met mijn gezicht
naar het heden gekeerd, achteruitlopend als het ware, ’
zei hij ernstig tegen mij.
‘Waarbij je de hete adem van je voorouders in de nek
voelt blazen terwijl je dat mooie hedendaagse gezicht van
je weerspiegeld ziet in de blauwe lucht,’ vulde ik aan.
Aan dit gesprek moest ik terugdenken.
Ik zag hoe Mira zich verzette tegen de machteloosheid
van haar moeder en hoe Julia die machteloosheid langzaam maar
zeker opgaf. Zonder dat een van beide een echt antwoord had
gekregen op de vele vragen, hoorbaar, maar vaak ook alleen
voelbaar.
Dit geeft mooi de essentie weer van de verhouding die ik had
met mijn moeder. Mijn koppigheid waar ze bijna onder bezweek.
Uiteindelijk beseften wij beiden dat de vragen die we elkaar
stelden, die vaak in de lucht bleven hangen, alleen maar afstand
schiepen. Konden wij beiden de kracht vinden om elkaar niet
meer ter verantwoording te roepen voor gebeurtenissen die
wij niet hadden kunnen voorzien.
Iets wat ik altijd zeg tegen volwassenen: je bent niet verantwoordelijk
voor wat er op je afkomt, maar wel voor de manier waarop je
daarmee omgaat. Daarin ligt de sleutel van de toekomst, jouw
toekomst en die van de anderen.
Merapi Obermayer
|
Merapi Obermayer
|